Op 3 april jongstleden vond er een stalbrand plaats in Zeewolde waar diverse geiten om het leven kwamen waaronder ook diverse hoogzwangere geiten.
Je staat er eigenlijk niet bij stil, en denkt alleen aan het aantal gevallen slachtoffers die zijn omgekomen bij een stalbrand, maar hoe zit dat nu als een dier zwanger tot hoogzwanger is?
Dit vroegen wij ons af toen wij het artikel aan het schrijven waren over deze stalbrand in Zeewolde https://1037againstanimalcruelty.com/geit-word-doodgeschoten-jager-stalbrand-zeewolde/
Geiten zijn paringsbereid (bronstig, ritsig, speuls, tochtig, welig, willig) vanaf het einde van de zomer tot aan het begin van de winter. De eisprong vindt dan om de achttien tot vierentwintig dagen plaats. De vruchtbaarheidsperiode duurt vervolgens, afhankelijk van het dier, een paar uur tot enkele dagen met een draagtijd van 147 tot 152 dagen. Een eenjarige geit kan één tot twee lammeren werpen. Wanneer het om oudere geiten gaat is het werpen van een tweeling heel normaal. Lammeren drinken normaal gezien ongeveer drie maanden melk, maar al na een dag of tien eet ze wat hooi en voer met de moeder mee. Na de bevalling kan een geit tien maanden worden gemolken waarna ze de laatste twee maanden van de volgende dracht droog staat, in dit geval worden de lammeren bijna direct verwijderd en gaan de bokken door naar een vetmester waarna ze op jonge leeftijd naar de slacht gaan.
Geiten worden in het algemeen in Nederland gehouden voor de melkindustrie. De dieren komen zelden tot nooit buiten en leven hun gehele leven (tot datum slachttijd) in soms verouderde stallen die helaas dan ook niet voldoen aan de brandveiligheid. Dit gegeven telt ook voor stallen waar andere dieren in gehouden worden. Zolang de wetgever hierop niet op inspringt en eisen daarin stelt en de overkoepelingsorgaan van verzekeraars zich er ook niet druk over maakt, zullen stalbranden aan de lopende band doorgaan met tienduizenden slachtoffers per jaar.
In veel stallen zoals deze stal in Zeewolde zitten drachtige dieren die zwanger tot hoogzwanger zijn. Tal van deze dieren vinden elke keer de dood door verbranding of verstikking of worden later indien ze het hebben overleefd door schouwing van een dierenarts beoordeeld op hun levensvatbaarheid. Indien het dier teveel verwondingen heeft of teveel rook heeft ingeademd zal het dier uit zijn lijden worden verlost.
Normaal gebeurt dit door een dierenarts die euthanasie in werking stelt door het toedienen van een injectie. In dit geval zal bij een drachtig dier het ongeboren kind spoedig mee sterven. De vloeistof die ingespoten word gaat door de gehele bloedbaan heen waar het kind normaal gesproken zijn zuurstof vandaan haalt.
Maar in geval van verstikking door rook of het doden op een andere manier zoals wij in Zeewolde zagen door een kogel, zal het kind niet meteen mee sterven en gaat het ongeboren kind een langzamere dood in die minuten kan duren. De doodstrijd is dan afhankelijk van de hoeveelheid aanwezige zuurstof in het bloed. Wanneer deze op begint te raken begint het stikkingsproces van het kind. Exacte tijden hoelang deze doodstrijd duurt zijn hiervan niet bekend omdat dit nooit is onderzocht vertelde de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) aan ons tijdens ons onderzoek daarin.
Zoals we in Zeewolde zagen werd één van de geiten gedood door een jager ( boa) die het dier tot twee maal toe van achteren in het hoofd schoot en vervolgens zonder enige vorm van controle het dier voor dood liet liggen. Deze geit lag op een plaats tussen een aantal dode geiten en was dus al waarschijnlijk eerder voor dood aangezien. Onkunde zou je misschien zo kunnen zeggen, en zelfs de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) bevestigde ons gelijk daarin en gaf te kennen dat dit niet de normaalste zaak van de wereld is. Dieren die uit hun lijden worden verlost dienen door een dierenarts te worden gecontroleerd of ze daadwerkelijk dood zijn. In dit geval liep de jager gewoon weg.
Wij stelde ook nog een tweede vraag aan de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). Had het ongeboren kind gered kunnen worden? Hierop was het antwoord ja. Theoretisch gezien zou je de buikwand van het overleden hoogdrachtig dier kunnen openen om het kind eruit te halen. Je dient dan wel zo spoedig mogelijk na het overlijden van het hoogzwangere dier te handelen, maar het kind zou gered kunnen worden van de verstikkingsdood.
Laat een reactie achter